Hiv wordt overgebracht van mens op mens. Hoewel dieren wel dragers kunnen zijn van hiv, kunnen zij het virus niet op mensen overdragen. Besmetting met hiv gebeurt door onveilig seksueel contact en bloed-bloed contact (denk aan besmette naalden, tatoeages, piercings, ingrepen bij de tandarts). Zwangere vrouwen met hiv kunnen het virus op hun ongeboren kind overbrengen. Als u eenmaal besmet bent met hiv, blijft u het virus levenslang bij u dragen. Hoe besmettelijk u bent voor uw omgeving hangt af van in welke fase van uw ziekte u zich bevindt. Het gebruik van aidsremmers kan de besmettelijkheid wel verlagen. Er komen bovendien steeds betere medicijnen op de markt om hiv te behandelen. Let wel: hiv en aids zijn nog altijd niet te genezen. Een hiv-infectie wordt door goede behandeling een chronische ziekte. Hoewel het lichaam antistoffen aanmaakt tegen hiv, kunnen deze stoffen niet voorkomen dat er ziekteverschijnselen van aids ontstaan.

Nee, helaas is er nog altijd geen effectief vaccin tegen hiv en aids beschikbaar. Het is daarom erg belangrijk om veilig seksueel contact te hebben. Op die manier voorkomt u ook een besmetting met een andere Seksueel Overdraagbare Aandoening (SOA). Ook moet u bloed-bloed contact zoveel mogelijk voorkomen.