Auteur
Thuisvaccinatie
Datum
04-11-2013

NEDERLAND – Hoewel er formeel geen belemmeringen zijn, worden nieuwe vaccins in Nederland bijna niet gebruikt. Daardoor blijft gezondheidswinst liggen. Dat is de conclusie van het rapport over het individuele, collectieve en overheidsbelang van vaccinatie van de Gezondheidsraad.

Het rapport van de Gezondheidsraad begint met het feit dat nieuwe biotechnologische methoden, met name DNA-technieken, de vaccinontwikkeling hebben verbeterd en versneld. Er komen dan ook met enige regelmaat nieuwe vaccins beschikbaar. “Voor preventie van waterpokken, gasto-enteritis door rotavirusinfectie en gordelroos bijvoorbeeld bestaan er tegenwoordig werkzame vaccins.”

Verschillende oorzaken gering gebruik

Ondanks het feit dat er geen formele belemmeringen zijn om de vaccins in te zetten, gebeurt dit dus nauwelijks. Volgens de Gezondheidsraad heeft dat verschillende redenen: “Het geringe gebruik berust waarschijnlijk op gebrek aan kennis van en ervaring met deze vaccins bij artsen.” Maar ook de beperkte bekendheid bij het grote publiek zou een rol spelen. Daarnaast zegt de raad: “De vaccins zijn ook niet opgenomen in het basispakket ziektekostenverzekeringen of anderszins financieel bereikbaar.”

Organisatie vaccinatiezorg schiet terkort

De Gezondheidsraad is van mening dat de huidige organisatie van de vaccinatiezorg tekort schiet. “Op dit moment zijn er verschillende beoordelingskaders voor het basispakket ziektekostenverzekeringen en voor publieke vaccinatieprogramma’s, van respectievelijk het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en de Gezondheidsraad.” Hoewel het met deze kaders goed mogelijk is om te oordelen over individuele vaccinaties en over opname van vaccinaties in een publiek programma, is dat niet het geval bij het opnemen van vaccinaties in het basispakket ziektekostenverzekeringen. “De huidige organisatie vormt een belangrijke reden dat er gezondheidswinst blijft liggen.”

Structureel aandacht voor vaccinologie

Als het aan de Gezondheidsraad ligt, komt er één organisatie die beoordeelt hoe de financiering van nieuwe vaccins verloopt. De instantie wil dat zelf doen, maar daarbij wel overleggen met het CVZ. Daarnaast adviseert de raad aan om in scholing en bijscholing van verpleegkundigen en artsen structureel aandacht te besteden aan vaccinologie en gerelateerde gespreks- en voorlichtingsvaardigheden. De RIVM zou een groter rol moeten spelen in de publieksvoorlichting over het gehele spectrum van vaccinatiezorg.

Lees het rapport Het individuele, collectieve en publieke belang van vaccinatie.